Kinderverpleegkundige op afdeling Panda van het Wilhelmina Kinderziekenhuis

Jonna Berendsen

Jonna (26) is nu een jaar en vier maanden kinderverpleegkundige op de afdeling Panda in het WKZ. Ze verpleegt baby’s, kleuters, peuters en tieners die om welke reden dan ook op haar afdeling komen. Dit doet zij met veel liefde, zorg en aandacht. Niets geeft haar meer energie dan de eerlijkheid van de kinderen die zij verpleegt. Jonna en de rest van het team streven ernaar het kind na de ziekenhuis opname op de juiste plek van zorg te krijgen.

Passie voor de kinderverpleegkunde

 “Ik heb eerst MBO-verpleegkunde gedaan in vier jaar tijd. Ik heb in een verpleeghuis stagegelopen. Daar heb ik de basiszorg geleerd. Daaropvolgend heb ik stage mogen lopen in het ziekenhuis op de longafdeling en de algemene chirurgie. Aan het einde van mijn opleiding heb ik meegelopen met een verpleegkundige op de kinderafdeling om een kijkje te nemen en te ervaren of deze zorg voor mij weggelegd was. Ik heb die dag veel gezien en mogen ervaren, waardoor mijn enthousiasme voor de zorg voor kinderen groeide.
Na de MBO-verpleegkunde ben ik direct doorgegaan met HBO-verpleegkunde opleiding hier in Utrecht. Vanwege mijn vooropleiding mocht ik deze opleiding in drie jaar tijd voltooien. De Minor die ik tijdens de HBO-verpleegkunde deed, was de minor Kind en Zorg. Tijdens deze minor werd mijn interesse gewekt om te solliciteren voor een stageplek in het WKZ. Mijn stageperiodes mocht ik uitvoeren binnen het UMC Utrecht via het stagetraject. Dit betekent dat je binnen het UMC op twee afdelingen geplaatst wordt om mee te lopen. Dit heb ik gedaan op de afdelingen vaatchirurgie/algemene heelkunde in het UMC en op afdeling Papegaai in het WKZ. Na de stages heb ik mijn HBO-verpleegkunde opleiding met succes afgerond.

Hierna ben ik in het WKZ gelijk begonnen met de interne opleiding tot kinderverpleegkundige. De opleiding duurde één jaar. Deze opleiding ben je verplicht te volgen, wil je in het WKZ werken. Eigenlijk een soort HBO+ omdat je dan gespecialiseerd bent in de behandeling van kinderen. Het is een leerwerk traject. Gemiddeld heb je in de opleiding 4 dagen college per week en de rest van de tijd ben je op het werkveld. Tijdens deze opleiding loop je op twee verschillende afdelingen en daarnaast ook bij de kraamafdeling, verloskamers en op de kinder-IC. Ik heb op de afdeling Panda en de afdeling Papegaai gewerkt, maar ik ben uiteindelijk op de afdeling Panda blijven plakken.”


De afdeling Panda

“Ik werk nu een jaar op de afdeling Panda. De afdeling Panda heeft vijf verschillende ziektebeelden; algemene kindergeneeskunde, stofwisselingsziekten, neurologie, neurochirurgie, longziekten en spierziekten.

Het meest interessant vind ik zelf de longziekten en de neurotrauma’s.

Gedurende de opname is het verrichten van observaties van groot belang. De observaties zijn een hulpmiddel om een kind beter te leren kennen, je (ontwikkelings-)begeleiding te kiezen en tot slot achteruitgang te signaleren.

Kinderen kunnen niet altijd goed vertellen hoe ze zich voelen of waar ze last van hebben. Je kan bijvoorbeeld aan kinderen hun neusvleugels zien dat ze meer werk moeten verrichten voor de ademhaling. Ook intrekkingen tussen de ribben, bij de borstkas of hals kuiltje kunnen tekenen zijn van respiratoire achteruitgang.

We hebben nu een aantal kinderen met een pleura empyeem. Dit houdt in dat er vocht of pus in de longen zit en dit wordt door het lichaam zelf opgeruimd ondersteund door medicatie en anders met behulp van een drain. Je ziet hier dat het beloop heel grillig is en dat kinderen hier heel ziek van kunnen worden. Het neemt de mogelijkheid tot goed ademhalen weg. Het bijzondere is dat dit zich bij elk kind heel anders uit, de ene hersteld sneller dan de ander.

Ook vind ik stofwisselingsziekten erg interessant. Soms wel moeilijk, als in, het kan lastig zijn om te begrijpen, maar je leert er wel veel van.”


Concept ‘leerafdeling’

 “De kinderenverpleegkundigen worden bij de kinderen ingedeeld op zorgzwaarte. Het maximale aantal kinderen wat je mag verzorgen is vier afhankelijk van de zorgzwaarte van het kind. Het ene kind heeft meer zorg nodig dat de ander. Je mag niet vier kinderen met hoge complexe zorg verzorgen, dat is gewoon te veel. Daarnaast kijken we welke studenten van de mbo- of hbo-verpleegkunde er zijn en welke studenten aanwezig zijn in opleiding tot kinderverpleegkundige. Als student heb je hier veel ruimte om te leren. Wij hebben het concept ‘leerafdeling’, waar de studenten worden begeleid door een gediplomeerd verpleegkundige. Deze verpleegkundige heeft zelf geen patiënten, waardoor de verpleegkundige de studenten (aan bed) kan helpen om de gewenste zorg aan het kind te bieden. Eigenlijk een beetje werkend leren. Ik heb dit zelf tijdens mijn opleiding ook heel fijn gevonden, omdat je alles in de praktijk meteen kan toepassen en hierin goede begeleiding krijgt.”


Stem van ouders is heel belangrijk

‘’Bij aanvang van de dagdienst beginnen we met het lezen van het dossier, hoe was de nacht en hoe waren de dagen hiervoor? Wat is het plan? Dan ga je naar de kamer waar het kind opgenomen ligt en kijk je hoe het met het kind gaat. Als het nodig is geef je medicijnen of zijn er andere handelingen die je moet doen, zoals onder andere: ondersteunen bij de lichamelijke verzorging, wondzorg of een verpleegtechnische handeling zoals het inbrengen van een neusmaagsonde. Maar er is natuurlijk nog veel meer.
Na de ochtendzorg ga je met de arts in gesprek. Dat doen we tractus gewijs (je loopt dan tijdens de visite de organen af, om zo te bespreken hoe het gaat en wat er wordt geobserveerd). We vertellen volgens deze methode hoe het met het kind gaat en hoe de ouders erin staan. De stem van ouders is hierin heel belangrijk, want ouders kennen hun kind het beste. Als we alles hebben besproken, wordt er een beleid gemaakt. Samen met de betrokken disciplines werken we naar ontslag toe en kijken we wat hiervoor nodig is.

In de middag hebben we een rustuur van 12:00 tot 14:00. Het is dan de bedoeling dat het kind de mogelijkheid krijgt om te rusten of te slapen. Dus liever geen handelingen of bezoek van de arts(en). ‘’

“Elke dag is anders. Wij hopen natuurlijk dat alle kinderen weer zo snel mogelijk naar de juiste plek van zorg gebracht kunnen worden. Het fijne is dat kinderverpleegkundigen bij ons vaak van binnenkomst tot vertrek voor hetzelfde kind zorgen. Zo houd je de zorg continu en zien ouders ook niet elke keer andere gezichten. Voor jezelf is het ook fijn en heb je vergelijkingsmateriaal met bijvoorbeeld gisteren. En daarnaast bouw je een band op met de kinderen en de ouder(s)/verzorgers.’’


Het pareltje van ouders

“Omdat hier kinderen komen van 0-18 heb je soms met tieners te maken, de andere keer weer met baby’s. Deze afwisseling vind ik heel erg leuk. Ik vind het leuk om baby’s in badje te doen en de kraamzorg aan ouders te verlenen. Maar stiekem is mijn favoriete doelgroep het schoolgaand kind van zo’n 6-7 jaar. Deze kinderen begrijpen de wereld al en zijn heel leergierig en vragen wat je doet en waarom. Het nieuwsgierige van deze kinderen vind ik heel leuk. Het leukste van mijn werk vind ik de eerlijkheid van kinderen en de uitdaging om creatief te zijn. De eerste keer dat ik bijvoorbeeld een infuus of pleister ging verwijderen en dat ik dacht ‘Nou, dat doe ik wel even.’, maar mooi niet. Ik was echt 20 minuten bezig. Bij een volwassenen kan je zeggen ‘meneer/mevrouw ik verwijder deze pleister even’ en hup. Maar dat kan bij kinderen echt niet. Je moet zorgen voor afleiding en kijken wat het kind zelf wil doen. Kinderen willen heel graag de regie hebben, dus je neemt ze mee in wat zij willen en wat jij dan doet.”

“Ik heb ook wel eens gehad dat het zomer was en een meisje naar het strand was geweest en je dat kon zien door de verkleuring. Ik zei toen: ‘Hé, jij hebt je bikini nog aan!’ en toen zei ze: ‘Ja! We zijn naar het strand geweest. Je mag wel mee de volgende keer!’ Dat is echt zo eerlijk, zo leuk. Het is ook heel dankbaar werk. Je zorgt echt voor het pareltje van de ouders en als je dat goed doet krijg je dat ook te horen”

Toekomst

“Ik zou misschien in de toekomst nog wel kinder-IC verpleegkundige willen worden. Ik vind het heel interessant, maar ook heftig. Het lijkt mij intensief om met deze zieke kinderen te mogen werken en ook komen veel emoties los bij ouders waarin je als verpleegkundige steun wil bieden. Dit raakt je natuurlijk zelf ook. Ik denk dat het belangrijk is dat ik dan eerst wat meer meters, vlieguren moet maken, om het maar even zo te zeggen. Maar voor nu ben ik heel blij op afdeling Panda!”

Aanmelden nieuwsbrief

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet